Afl.2: De jaren dertig- de Swing.
Begin jaren dertig krijgt ook de trombonesectie een zelfstandige rol. De sound van de bigband is voltooid. De ‘stomping’ ritmesectie met daarboven nog drie secties: de saxofoon-, de trombone- en de trompetsectie. En voor de climax speel je als solist daar bovenuit, weet klarinettist Benny Goodman maar al te goed. Maar het kan ook anders, bedenkt pianist, arrangeur en bandleider Duke Ellington. Behalve in elke sectie dezelfde rif, kun je ook de instrumenten uit de verschillende secties met elkaar laten mengen. De bigband als schilderspalet. Heb je ook nog eens sterke solisten in je orkest, dan kun je alle kanten uit.
Don Redman
– I got rhythm, 1932
– Hot and anxious, 1932
Benny Goodman
– One o’clock jump, 1938
– Sing, sing, sing, 1938
– Don’t be that way, 1938
Duke Ellington
– Concierto for Cootie, 1940
– Ko-ko, 1940
– In a mellow tone, 1940
– Sepia Panorama
– Harlem Air Shaft
Count Basie
– Lester leaps in, 1939
– Taxi War Dance, 1939