Postminimale oase van William Duckworth.
Eind jaren zeventig ontstond in New York de stroming postminimalisme. De harde randjes van de pure minimal van Philip Glass en Steve Reich werd naar de achtergrond gedrongen, en invloeden uit allerlei muziekgenres sijpelden naar binnen. Van klassieke romantiek in de kamermuziek van William Duckworth tot massieve gitaarmuren in de composities van Rhys Chatham. In deze thema-uitzending een bondig overzicht van het werk van William Duckworth (1943) uit New York. Duckworth is niet alleen als componist actief, maar hij heeft verschillende boeken geschreven over moderne muziek (o.m. over La Monte Young) en is een pionier op het gebied van internetmuziek (zijn project ‘Cathedral’).
In deze thema-uitzending ligt de focus op Duckworth’s kamermuziek. Naast gedeeltes uit zijn beroemdste werk ‘The Time Curve Preludes’ voor piano solo, klinken er werken voor accordeon solo en jazzensemble. Hoofdmoot wordt gevormd door een van zijn meesterwerken, het grootschalige koorwerk ‘Southern Harmony’.
1. The Time Curve Preludes voor piano solo (deel 1 t/m 6). Neely Bruce, piano.
2. Slow Dancing in Yugoslavia voor accordeon solo. Guy Klucevsek, accordeon.
3. Thirty-One Days (ensemble-versie) voor altsaxofoon(s). Michael Swartz, saxofoons.
4. Southern Harmony, koorwerk. The Gregg Smith Singers.