De Deense romanticus Franz Berwald is een vrij onbekende componist. Pas ver na zijn dood, in de loop van de 20e eeuw, werd zijn kwaliteit onderkend. Tijdens zijn leven had hij de grootste moeite om zijn noten aan de man te brengen. Men vond hem maar een rare snuiter, die moeilijke en buitenissige klanken aan het papier toevertrouwde. Om in zijn onderhoud te voorzien was hij directeur van een glasfabriek. Zijn kamermuziek werd tijdens zijn leven hier en daar gespeeld, maar zijn symfonieën werden domweg geboycot.
Eén jaar voor zijn dood werd hij, mede door tussenkomst van de koning eindelijk aangesteld als professor aan het conservatorium van Stockholm. Vervolgens stierf hij aan een longontsteking en kon hij de opdrachten, die hij als gevolg van zijn benoeming kreeg, niet meer voltooien. Luistert u naar twee van zijn schitterende symfonieën, die veel vakmanschap verraden, maar die zelfs in onze tijd nog te weinig gespeeld worden.
- Franz Berwald – Symfonie nr.2 in D grote terts, Sinfonie Capricieuse
Deens Nationaal Symfonieorkest olv. Thomas Dausgaard
- Franz Berwald – Symfonie nr.4 in Es grote terts, Sinfonie Naïve
Symfonieorkest van de Deense Radio olv. Thomas Dausgaard