De geschiedenis van de opera in de twintigste eeuw: #22: 1921
Men kan zeggen dat 1921 een operettejaar was. Misschien is dat nog niet eens zo raar. Het genre leent zich misschien beter voor wereldse thema’s en een gezonde portie optimisme.
Er zijn ook een paar bijzonderheden te melden. De eerste Roemeense opera zag het licht, Paul Hindemith kwam met zijn eerste opera’s en een nieuwe generatie componisten begint zijn stempel te drukken op werken, thema’s en tonaliteit. Kortom, weer een mooi jaar om naar te luisteren.
In deze aflevering fragmenten uit:
- Emmerich Kálmán- Die Bajadere
- Nicolae Bretan- Luceafărul (de avondster)
- Eduard Künneke- Der Vetter aus Dingsda
- Paul Hindemith [zie foto]- Das Nusch-Nushchi
Andere opera- en operetteproducties uit 1921 zijn:
Paul Hindemith- Mörder, Hoffnung der Frauen
Henri Christiné- Dédé
Leoš Janáček- Káťa Kabanová
Sergei Prokofiev- The Love for Three Oranges (Любовь к трём апельсинам)
André Messager- La petite functionnaire
Pietro Mascagni- Il piccolo Marat
Franco Alfano- Sakùntala
Rudolf Friml- June Love
Rudolf Friml- Ziegfeld Follies
Emmerich Kálmán- The gypsy princess
Hakon Børresen- Kaddara
Camille Erlanger- Forfaiture
Alberto Franchetti (samen met Umberto Giordano)- Giove a Pompei
Franz Léhar- Die Tangokönigin
Harold Fraser-Simson- Missy Jo
Eugen d’albert- Scirocco
Leon Jessel- Schwalbenhochzeit
Leon Jessel- Die Postmeisterin
Leon Jessel- Das Detektivmädel