De Deense componist Rued Langgaard kon moeiteloos voortbouwen op de verworvenheden van met name Carl Nielsen. Tegelijkertijd moet de muziek van Nielsen hem in de weg hebben gezeten, want Langgaard koos een zo eigen weg dat hij in zijn vaderland nauwelijks begrepen werd. En merkwaardigerwijs niet omdat hij te modern was, maar te eigengereid. De belangrijkste inspiratie bron voor een aantal van zijn vroege kwartetten zijn herinneringen aan zijn zomerdagen in 1913 in het Zweedse Kyrkhult in een huis met de naam ‘Rosengarden’.
Rued Langgaard (1893-1952) – Strijkkwartet nr.2, BVN 145 (1918)
- Bortdragender stormskyer (Allegro focoso), 2. Bortkørende tog (Poco moderato – Presto), 3. Skumrende landskab (Andante pastorale), 4. Vandring (Poco lento elegiac – Poco allegro alle marcia risoluto)
Uitvoerenden: Nightingale String Quartet
CD: DaCapo
Rued Langgaard (1893-1952) – Strijkkwartet nr. 6, BVN 160 (1919)
Poco tranquillo – Poco vivace – Poco tranquillo – Vivace scherzoso – Poco tranquillo – Andante tranquillo – Bulesco rustico – Semplice non mosso
Uitvoerenden: Nightingale String Quartet
CD: DaCapo
Rued Langgaard (1893-1952) – Strijkkwartet nr. 3, BVN 183 (1924)
-
- Poco allegro rapinoso, 2. Presto scherzoso artifizioso, 3. Tranquillo – Schernevole – Tranquillo – Mosso Frenetico – Maestoso
Uitvoerenden: Nightingale String Quartet
CD: DaCapo