Wat in de tweede helft van de 19e eeuw in Spanje in de concertzalen en salons aan strijkkwartetten werd uitgevoerd was overwegend van Duitse herkomst. Hier kwam verandering met de generatie componisten die rond 1850 werden geboren, onder wie Ruperto Chapí en Tomás Bretón. Toch zou pas na 1900 het strijkkwartet in Spanje weer aanzien verwerven. De strijkkwartetten van Ruperto Chapí dateren uit de laatste jaren van zijn loopbaan en werden na 1905 gepubliceerd. Ze hebben stuk voor stuk een elegante, enigszins Spaans gekleurde toon, met verwijzingen naar de melodieën uit de Zarzuelas.
Ruperto Chapí (1851-1909) – Strijkkwartet no.1, in G-gr.t. (1903)
(1) Allegro moderato, (2) Andante mosso, (3) Allegro molto vivace, (4) Moderato
Uitvoerenden: Cuarteto Latinoamericano
CD: Sono Luminus
Ruperto Chapí (1851-1909) – Strijkkwartet no.2, in F-gr.t. (1904)
(2) Allegretto, (3) Allegro molto vivace
Uitvoerenden: Cuarteto Latinoamericano
CD: Sono Luminus