Josef Bohuslav Foerster (1859-1951)
Josef Bohuslav Foerster componeerde vijf strijkkwartetten. Het Eerste strijkkwartet, in E-gr.t., opus 15, in de jaren dat zijn loopbaan als organist, koordirigent, docent en muziekcriticus algemeen gevestigd was. Vijf jaar later reviseerde hij het voor publicatie. Hij droeg het toen op aan Tsjaikovski, die hij eind 1888 in Praag had leren kennen toen zijn vrouw de rol van Tatjana in Jevgeni Onjegin zong aan het Nationaal Theater. Tsjaikovski en Foerster bleven bevriend tot de dood van de eerste in 1893. Het Tweede strijkkwartet, in D-gr.t., opus 39, schreef Foerster datzelfde jaar, toen hij met zijn echtgenote naar Hamburg was afgereisd. In dit driedelige kwartet is de ontwikkeling van Foerster goed te horen. Zijn ingetogen zangerige muziek is knap geconstrueerd, innemend en afstandelijk tegelijkertijd.
Josef Bohuslav Foerster – Strijkkwartet in E-gr.t., opus 15 (1888)
1. Allegro, 2. Scherzo, 3. Adagio, 4. Allegro con brio
Uitvoerenden: Stamic Quartet
CD: Supraphon
Josef Bohuslav Foerster – Strijkkwartet in D-gr.t., opus 39 (1893)
1. Lento-Allegro, 2. Andante, 3. Andantino
Uitvoerenden: Stamic Quartet
CD: Supraphon