Robert Schumann (1810-1856) mag dan vooral bekend zijn geworden als componist van door en door romantische, literaire en technisch virtuoze pianowerken, hij was niet minder de schepper van indrukwekkende orkestwerken en bijzondere kamermuziek.
In de zomermaanden van 1842 verschenen zijn drie Strijkkwartetten opus 41, opgedragen aan zijn vriend Felix Mendelssohn. Het lijkt er zelfs op dat de drie kwartetten eigenlijk tezamen één groot kwartet in twaalf delen hadden moeten worden. Daarmee zou Schumann zijn meesterproef afleggen. Dit verklaart waarom de driemaal vier delen van de drie kwartetten zo verschillend zijn, en toch zo sterk aan elkaar verbonden.
Bernhard Molique (1802-1869) was weliswaar een tijdgenoot van Mendelssohn en Schumann, maar meer nog en erfgenaam van zijn leraar Louis Spohr. Zijn muziek heeft verwantschappen met die van George Onslow. Het Strijkkwartet in Es-gr.t. (opus 18:3) dateert van 1843, maar bevat een wat archaïsch Menuet dat eerder uit de tijd van Haydn overgewaaid lijkt te zijn.
Robert Schumann – Strijkkwartet in F-gr.t., opus 41:2
1. Allegro vivace, 2. Andante, quasi variazioni, 3. Scherzo: Presto, 4. Allegro molto vivace-più mosso
Uitvoerenden: Hagen Quartett
CD: Deutsche Grammophon
Bernhard Molique – Strijkkwartet in Es-gr.t., opus 18:3
1. Allegro, 2. Andante, 3. Menuetto, 4. Presto
Uitvoerenden: Mannheim String Quartet
CD: CPO
Felix Mendelssohn – Fuga uit opus 81 (1827)
Uitvoerenden: Emerson String Quartet
CD: Deutsche Grammophon