Muziek uit vervlogen dagen.
Met dit keer minstens twee vocalisten voor wie zingen bijzaak was, maar die er toch overtuigend mee weg wisten te komen: acteur Lee Marvin, die ervan gruwde om op het filmdoek mee te moeten mimen met de zangstem van een ander, en die vervolgens met z’n gebrekkige zangkunst van het doek spatte in ‘Wand’rin’ Star’
En acteur Walter Huston, wiens gruizige stemgeluid een uitdaging vormde voor Kurt Weil en Maxwell Anderson, die er toch in enkele uren tijd in slaagden een lied te schrijven dat rekening hield met zijn beperkingen. En nadien door vele anderen op de plaat is gezet: ‘September Song’
Twee versies van ‘Flip, flop and fly’. De ene door de man over wie is gezegd dat zonder hem de rock ’n’ roll niet zou hebben bestaan, Big Joe Turner.
En de andere door ‘Flying Dutchess’ Pia Beck.
Een ontroerend lied over een leven waarin kansen zijn vervlogen, met spijt over wat verloren is gegaan en onbereikbaar achter je ligt. ‘Voorbij’, door Fien de la Mar niet lang voor haar zelfgekozen dood op de plaat gezet.
Blues in een spannend ruzielied, de ‘Gabbin’ Blues’ met Mabel Smith, die dankzij haar krachtige maar welluidende stemgeluid de artiestennaam Big Maybelle kreeg – al hielpen haar uiterlijke proporties ook wel mee.
En blues door Bessie Smith (‘Standing in the rain’)
Ook nog: Charles Aznavour, Lionel Hampton, de vocal groups The Modernaires en The Hi-Lo’s, Frank Sinatra, het welluidende Italiaanse duo Patrice & Mario, de entertainer onder de Britse bandleiders: ‘king of hotcha’ Harry Roy, Jane Morgan, Louis Prima, Bobby Hackett, organist Jackie Davis.