Geluidstovenaar Ruud van Lieshout (1924-2023).
Dat veel Nederlandse platen zo goed klinken, is te danken aan de iconische opname-technicus Ruud van Lieshout. Decennialang was hij, zoals Willem Nijholt dat noemde, ‘de meester met gouden oren en platina handen’, die kon toveren met geluid. En die met vakkundig plak- en knipwerk de slechte stukjes uit een opname verving door betere uit een andere take.
Iets wat hem soms tot wanhoop moet hebben gedreven als hij te maken kreeg met bijvoorbeeld iemand als Tom Manders die geen maat bleek te kunnen houden. ‘Dat werd bijna per zin opnemen en knippen en plakken.’
Of The Blue Diamonds, wier wat iele geluid hij wist op te peppen en die hem ‘de vader van de sound van de Blue Diamonds’ noemden.
Hij werkte met grootheden als Conny Stuart, Wim Kan, Toon Hermans, Corry Brokken, Paul Vliet, Aafje Heynis en met wie eigenlijk niet? Van Lieshout zorgde er altijd voor dat het specifieke geluid van een zanger of orkest zo natuurlijk mogelijk op de plaat kwam.
En hij wist altijd snel vertrouwen op te bouwen. ‘Doe alsof je alle tijd hebt. Dat stelt de artiest gerust en zo hou je stress uit de studio.’
Een onzekere Willem Nijholt, die aan het begin van z’n platenloopbaan vreesde vals te zingen en niet goed genoeg te zijn, werd door Van Lieshout over z’n schroom heen geholpen en zei later dat hij misschien wel niet met zingen was doorgegaan als Van Lieshout hem bij die eerste sessie niet zo had geholpen.
In dit Paleis een selectie uit zijn immense oeuvre.