ACK VAN ROOYEN BEZORGT DE BILLY BYERS STORY EEN INTERMEZZO
In de vorige uitzending van Dwarsliggers en Buitenbeentjes (25 maart 2023) heeft u kunnen luisteren naar het E.P.-tje Kenny Clarke plays Pierre Michelot. Toen hebben we kunnen horen dat de trompettist Ack van Rooyen zich als 27-jarige kaaskop moeiteloos staande houdt in een gezelschap van kosmopolitische zwaargewichten als Billy Byers, Lucky Thompson, Pierre Michelot en Kenny Clarke.
Na het beluisteren van de twee trompetsolo’s die Ack van Rooyen in dit hoogwaardige gezelschap zijn gegund, raakte ik vervuld van chauvinistische, weemoedige en cultuurhistorische sentimenten. Vervolgens kwam ik tot de conclusie dat deze verrassende entree van Ack van Rooyen het teken was om de Billy Byers-story van een intermezzo te voorzien. Tijdens dit intermezzo gaan we enkele uitzendingen wijden aan een zeer bescheiden mens, die desalniettemin tientallen jaren lang de interessantste poëet op de bugel is geweest.
De eerste keer dat ik Ack van Rooyen op een podium heb mogen aanschouwen staat voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Vanuit Zwolle, waar ik toen werkzaam was als cultureel ambtenaar, ben ik op zondag 21 juni 1971 met mijn Citroën deux chevaux naar Sittard gereden. Om daar het optreden bij te wonen van het orkest van Gil Evans in de Stadsschouwburg. Ik was ruim op tijd ter plekke en kon daardoor een blik werpen op de licht- en geluidstechnici van de schouwburg en een paar leden van het Gil Evans orkest die met elkaar bezig waren om bühnetechnisch de laatste puntjes op de i te zetten. Opeens kwam er een fragiele heer, gewapend met een trompetkoffertje, het podium oplopen die zich keurig voorstelde aan de bandleden, om daarna met een stalen gezicht plaats te nemen in de blazerssectie waar hij met grote interesse in de enorme stapel partijen begon te bladeren die voor hem op de lessenaar lag. Toen het concert eenmaal was begonnen wekte hij met zijn rake inzetten en zijn trefzekere spel de indruk alsof hij al jaren rondreisde met deze vaak nogal chaotische onderneming.
In de jaren dat ik directeur was van Muziekcentrum Vredenburg (van 1976 tot 2002) heb ik Ack van Rooyen (en zijn broer Jerry) regelmatig mogen begroeten voor optredens in de grote zaal (met het grote, glorieuze Metropole Orkest) of in de, inmiddels verdwenen, kleine zaal met The Dutch Jazz Orchestra. Heerlijke avonden met eendrachtig opererende blazers- en strijkerssecties, subtiele of assertieve ritmesecties en veel geïnspireerde solo’s, niet alleen van Ack maar ook van de andere solisten. En dat alles hadden we dan weer aan broer Jerry te danken.
DE ZACHTE KRACHT VAN ACK VAN ROOYEN
Tijdens de voorbereiding van deze uitzending stuitte ik op een fraai In Memoriam, gepubliceerd in Jazzenzo.nl, waar eigenlijk alles in stond dat je voor een juist begrip van Ack van Rooyen moet weten. De auteur van deze necrologie, Cyriel Pluimakers, heeft mij toestemming gegeven om zijn artikel op deze plaats over te nemen:
Donderdag 18 november overleed flugelhornspecialist Ack van Rooyen (1930—2021) op 91-jarige leeftijd. Zelden zal een jazzmusicus gedurende zijn laatste jaren zo met prijzen en loftuitingen zijn overladen als deze bescheiden Haagse grootheid. Het leek er even op of Nederland hem per ongeluk decennialang vergeten was. Zo ontving hij in 2017 de Blijvend Applaus Prijs, werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en kreeg hij in 2020 de Boy Edgar Prijs. Recentelijk kwam daar nog een Edison bij voor het imposante 3-LP album “Metropole Orkest: Then and Now—The Artistry of Ack & Jerry van Rooyen 1975—2020”. (Inmiddels heeft ZenneZ Records van dit album ook een dubbel cd-versie uitgebracht. P.S.). Een soort inhaalrace, iets wat minder verwonderlijk is als je je realiseert dat Van Rooyen ruim zestig jaar lang zijn brood voor een groot deel heeft verdiend bij onze oosterburen.
DIENSTBAAR
Zo was Van Rooyen jarenlang verbonden aan het orkest van Bert Kaempfert, Peter Herbolzheimers Rhythm Combination & Brass en het United Jazz + Rock Ensemble. In Nederland hoorden we hem veelvuldig op de radio bij The Skymasters, maar ook was hij verbonden aan The Ramblers, The Hague Jazz Project, The Netherlands Concert Jazz Band, The Dutch Jazz Orchestra en het al eerder genoemde Metropole Orkest. Amerikaanse jazzmusici als Clark Terry en Gil Evans vroegen hem mee op tournee en toen hij door het Quincy Jones Orchestra werd uitgenodigd om met Miles Davis in 1991 op het Montreux Jazz Festival te spelen, beschouwde hij dat als een grote eer. Op het Koninklijk Conservatorium was hij een buitengewoon geliefd docent. Het zelf organiseren van een band vond Van Rooyen maar gedoe en het liefst stelde hij zich dienstbaar op. Zijn artistieke uitingen kennen een veelzijdigheid, zoals we die niet vaak tegenkomen: van easy tune tot topniveau jazz. Vaak vormt zijn trompet of flugelhorn een weldadig moment dat uittorent boven suikerzoete strijkers.
HUMOR
Het is jammer dat Van Rooyen niet vaak te horen is geweest in kleine bezettingen. Zijn solo’s waren altijd kleine, zorgvuldig opgebouwde meesterwerkjes. Met name op flugelhorn beschikte hij over een toon en techniek, die menige collega bewonderend deed opkijken. Hij had een hekel aan ijdel vertoon en improviseerde zoals hij praatte: zacht, weloverwogen en met een pointe aan het eind. Vaak werd zijn spel vergeleken met dat van de legendarische Chet Baker (1929—1988), maar als je goed luistert dan hoor je dat hij meer in de richting zit van Art Farmer (1928—1999), die andere grootmeester van de flugelhorn. Zijn Haagse gevoel voor humor was legendarisch en hij kon menigeen, zonder aanzien des persoons, op het verkeerde been zetten.
WARNE MARSH
De eerste keer dat ik hem uitgebreid hoorde was bij een concert in april 1983 van het Warne Marsh Quartet in Muziekcentrum Vredenburg, een plek die gekenmerkt werd door een avontuurlijke jazzprogrammering. Marsh, een van de beste leerlingen van Lennie Tristano, was door producent Gerry Teekens uit de vergetelheid opgerakeld en trad aan met pianist Lou Levy, contrabassist Jesper Lundgaard en drummer James Martin. Gedurende het concert voegde Van Rooyen zich bij het ensemble om op zijn flugelhorn naadloos aan te sluiten op de complexe improvisaties van Marsh. Het was duidelijk dat de musici het naar hun zin hadden en menige afgekloven jazz standard kreeg tijdens het concert een frisse gedaante.
PAUL HELLER
De afgelopen jaren zagen we hem regelmatig in het gezelschap van de Duitse tenorsaxofonist Paul Heller, een stevige blazer die een perfecte tegenstem vormt voor de zacht en teder klinkende Van Rooyen. Ook hier wordt de jazztraditie op elk album van een passende nieuwe jas voorzien. Heller doet meer dan eens denken aan een hedendaagse versie van Don Byas (1912—1972). Maar liefst drie sterke cd’s vormden het resultaat van deze bijzondere samenwerking.
De Duitse contrabassist Martin Wind nam in 2019 het initiatief tot de sterke cd “White Noise” (Laika Records) met gitarist Philip Catherine en Van Rooyen. We horen hem op flugelhorn gloriëren in Kenny Wheelers “Canter”, Cole Porters “Everything I Love” en zijn eigen “Autumn Bugle”. Passend sluit het album af met een weergaloos “I fall in love too easily”, een van zijn lievelingsnummers.
Een fraai slotmoment vormt het afgelopen jaar verschenen “90” (Jazzline) –met onder meer gitarist Peter Tiehuis, drummer Hans Dekker en wederom saxofonist Heller in de bezetting– waarin we een broze Van Rooyen horen excelleren in “Papa can you hear me”, “The things we did last summer” en “All of a sudden my heart sings”.
Wat bij al deze albums opvalt, zijn van Rooyens uitzonderlijke kwaliteiten als communicator. Elke noot heeft zeggingskracht en als geen ander verstaat hij de kunst met zacht spelen de aandacht op zich te richten, zowel van zijn medemusici als van zijn luisteraars.
PERSEPOLIS
Als concertorganisator heb ik Van Rooyen in vele hoedanigheden meegemaakt, maar één herinnering staat nog in mijn geheugen gegrift. In april 2017 liet ik de fameuze Utrechtse jazzclub Persepolis nog eenmaal herleven aan de Oudegracht, in opdracht van Culturele Zondagen. Uitgenodigd werden onder meer musici die er tussen de start in 1959 en de sluiting in 1969 hadden opgetreden, zoals Han Bennink, Rein de Graaff en de Instant Composers Pool. Bennink vertelde mij dat hij een speciale band had met Van Rooyen: “Ack heeft ooit mijn leven gered.” De exacte toedracht bleef geheim, maar ik weet wel dat er die middag geweldig gemusiceerd werd. Een paar dagen na het evenement belde Ack mij met de mededeling dat hij zijn blauwe sjaal, waar hij zeer aan gehecht was, in de kleedkamer had laten liggen. Hij had hem van een geliefd iemand in Japan cadeau gekregen en had er daardoor een bijzondere band mee. Gelukkig kon ik de sjaal terugvinden –tenminste dat dacht ik- en stuurde hem aan hem op. Een dag later krijg ik Ack weer aan de telefoon: “Cyriel, het is de verkeerde sjaal: die van mij was heel bijzonder en gemaakt van schaamhaar. Dit is echt een andere.” Of het Haagse humor was, weet ik nog steeds niet. Maar feit is dat er ergens iemand rondloopt met een blauwe sjaal van Ack van Rooyen.
SELECTE DISCOGRAFIE
*Paul Heller featuring Ack van Rooyen—PAUL HELLER (Mons Records)
*Ack van Rooyen-Paul Heller Quintet—CELEBRATION (Mons Records)
*Ack van Rooyen/Paul Heller—LIVE & IN STUDIO (Mons Records)
*Martin Wind, Philip Catherine & Ack van Rooyen—WHITE NOISE (Mons Records)
*Metropole Orkest: Then and Now—The Artistry of Ack & Jerry van Rooyen 1975—2020 (3 LP-album of 2 CD-box (ZenneZ Records))
*Ack van Rooyen—90 (Jazzline)
PROGRAMMA DWARSLIGGERS EN BUITENBEENTJES VAN 8 APRIL 2023
1. Pomegranate (Billy Strayhorn)
*The Dutch Jazz Orchestra+Jerry van Rooyen: So this is love—More newly
discovered works of Billy Strayhorn (Challenge Records, 2002) (cd)
2. The Sentence (Rob Pronk)
3. It happened yesterday (Rob Madna)
*The Rob Pronk Jazz Orchestra: It happened yesterday (Jazzline Alabianca Records, 1968) (cd)
4. The Runners (Jerry van Rooyen)
5. Whirligig (Frans Elsen)
*Festival Big Band + Jerry van Rooyen: Explosive! (Philips, 1971) (lp)
6. For heaven’s sake (arrangement: Jerry van Rooyen)
*Cologne Concert Big Band+Jerry van Rooyen: Live! (Mons Records, 1996)
(cd)
7. Brass (Jerry van Rooyen)
*Ack van Rooyen (septet): Homeward (Moods Records, 1982) (lp)
8. Django (arrangement: Jerry van Rooyen, dirigent: Dolf van der Linden)
9. The ballad of the sad young men (arrangement: Jerry van Rooyen, dirigent: Dolf van der Linden)
10. Shadow and Light (arrangement: Jerry van Rooyen, dirigent: Jerry van Rooyen)
11. Colores (Jerry van Rooyen, dirigent: Dolf van der Linden))
*Ack van Rooyen and The Metropole Orchestra: Colores (Koala Records,
1991) (cd)