Belangwekkende albums uit de folk- en rootsmuziek historie door Marius Roeting.
Hij begon met het naspelen van zijn muzikale gitaarhelden: Hank Marvin (The Shadows, Bert Jansch, Rory Gallagher) en vormde zoals veel jongeren een bandje dat covers speelde van bekende rock en pophits. Eind jaren zestig ontmoette de inwoner van Quimper iemand die een andere visie op muziek had. Alan Stivell betrok gitarist Daniel le Bras bij zijn zoektocht naar een mix van Bretoense traditionele muziek, vermengd met pop en rock invloeden, geheel eigen aan die tijd. Op Stivell’s doorbraak album Renaissance de l’harpe celtique speelde Le Bras slechts een beperkte bijrol. Maar op het vervolg, het magistrale A L’Olympia schitterde de gitarist naast de meester. Zijn snerpende, licht vervormde elektrische gitaargeluid werd een bepalend en terugkerend element in de muziek van de Bretonse muzikant. Tussendoor volgde een zelfstandig trio album met twee collega muzikanten, een wat onevenwichtig product, waarop de klasse van de gitarist Le Bras echter wel terug te horen is. Halverwege de jaren zeventig, nog volop actief als begeleider van Stivell -iets wat hij tot begin jaren negentig zou blijven- vertrok hij naar Engeland om een jaar lang de vaste gitarist van Fairport Convention te zijn. De Bretoen, die zijn naam inmiddels had aangepast in het Bretoens tot Dan Ar Bras (en later Ar Braz) besloot in 1977 een album onder eigen naam op te nemen. Het geheel instrumentale Douar Nevez (Nieuw land) luidde de start in van wat een zeer succesvolle (solo)carrière zou worden. Ar Braz legt een blauwdruk neer waar hij in alle volgende albums op voortborduurt. Lyrische, soms wat dromerige melodieën worden vertolkt met een vervormde elektrische gitaar met lichte nagalm. Enerzijds in laidback stijl, waarbij het lijkt alsof hij een fractie te laat de melodie volgt, naast de gracenotes uit de doedelzak traditie. Later in zijn loopbaan componeert hij ook naast instrumentalen ook songs met teksten. De grote commerciële doorbraak komt begin jaren negentig. Ar Braz krijgt een compositie opdracht voor een project op het Festival de Cornouaille in Quimper. Hij verzamelt diverse folk muzikanten uit de gehele Keltische muziekscene rond zich heen en vormt L’Heritage de Celtes, een gezelschap variërend van 50 tot wel 70 muzikanten (waaronder een hele doedelzakband). Een decennium lang voert hij complete shows op in grote theaters voor een massa publiek. Het concept wordt telkens wat aangepast, met nieuwe muziek en andere muzikanten, maar de rode draad is telkens een eigentijdse show rond Bretoense muziek. De albums verkopen als warme broodjes: per project worden er honderdduizenden van verkocht. De kiem van dit succes ligt echter bij het album Douar Nevez.
Alan Stivell – A Olympia – Fontana Discque Dreyfus FDM 36191-2
1. Pop plinn (trad, Stivell) 3:30
MOR – Stations – Spalax 14222
2. Gavotte (Le Bras) 2:47
3. Merci, Monsieur Stephen Stills (Le Bras) 0:42
Dan Ar Braz – Douar Nevez – Hexagone 883 009
4. Intro 0:57
5. Retour de guerre 3:00
6. Naissance de Dahud 1:44
7. Mort et immersion de Malguen fin du voyage 5:44
8. Naissance de la ville 4:39
9. Morvac’h (cheval de la mer) 2:42
10. Orgies nocturnes 3:13
11. L’ennui du roi 2:43
12. Les forces du mal 2:49
13. L’appel du sage 7:29
14. Submersion de la ville 2:57
Dan Ar Braz – Heritage des Celtes – Columbia 4777632
15. Borders Of Salt (trad, Ar Braz) 4:17
16. Call To The Dance (Album Version) (Ar Braz) 3:14
Dan Ar Braz – Dan ar Dans – Coop Breizh CD DAB06
17. Belong [Remix] (Ar Braz) 3:45