Francis Poulenc (1899-1963) ‘Iets van een monnik en iets van een schurk’ Deel 1
In een interview in 1954 schreef de muziekcriticus Claude Rostand : “In Poulenc is er iets van de monnik en iets van de schurk.” Hij heeft het dan over Francis Jean Marcel Poulenc, de componist die een belangrijke bijdrage leverde aan de Franse muziek in de decennia na de Eerste Wereldoorlog en wiens ca. 160 liederen worden beschouwd als een van de best gecomponeerde tijdens de 20e eeuw. Puntige liedjes van soms maar 4 maten, zoals ‘la Sauterelle’, 28 seconden, tot wat langere zoals ‘la dame de Monte-Carlo’ van zo’n 8 minuten. In vier delen, vandaag te beginnen, hoort u wat over zijn leven en veel van zijn ‘mélodies’.
- Francis Poulenc – 1. ‘Toréador’ FP11 (tekst: Jean Cocteau) 2. ‘le Bestiaire ou Cortège d’Orphée’ FP15A (tekst: Guillaume Apollinaire) 3. ‘Deux mélodies inédites du bestiare’FP15B (tekst: Apollinaire) 4. ‘la Souris’ FP162A (tekst: Apollinaire) 5. ‘Nuage’ FP162B (tekst: Laurence de Beylié)
1. Bariton Ivan Ludlowe en Graham Johnson, piano. 2, 3 en 4.
Bariton Brandon Velarde en Graham Johnson piano 5.
Sopraan Geraldine McGreevy met Graham Johnson aan de piano.
- Francis Poulenc – ‘Cocardes’ FP16 (tekst: Jean Cocteau) a. ‘Miel de Narbonne’ b. ‘Bonne dÉnfant’ c. ‘Enfant de troupe’
Tenor Robin Tritschler en pianist Graham Johnson
Poulenc gezien door Cocteau
- Francis Poulenc – 1. ‘Parisiana’FP157 (tekst: Max Jacob) a.’Jouer du bugle’ b. ‘Vous n’écrivez plus’? 2. Cinq Poèmes de Max Jacob’ FP59 a. ‘Chanson bretonne’ b. ‘Cimetière’ c. ‘La petite servante’ d. ‘Berceuse’ e. ‘Souric et Mouric’.
1. Bariton Brandon Velarde en pianist Graham Johnson
2. Sopraan Elly Ameling en pianist Dalton Baldwin
- Francis Poulenc – ‘Cinq Poèmes de Ronsard’ FP38 a. ‘Attributs’ b. ‘Le tmbeau’ c. Ballet’ d. ‘Je n’ai plus que les os’ e. ‘Á son page’ 2. ‘Vocalise’ FP44 (air sans paroles)
1. Mezzosopraan Susan Bickley en Graham Johnson, piano
2. Sopraan Geraldine McGreevy en Graham Johnson.
Groupe des Six De groep componisten werd voor het eerst gelabeld als ‘ Les Six ‘ op 16 januari 1920 door Henri Collet als columnist voor het Franse kunsttijdschrift ‘Comoedia’.
v.l.n.r. Germaine Tailleferre, Francis Poulenc, Arthur Honegger, Darius Milhaud, Jean Cocteau, Georges Auric.