Capriccio-2
Dit is het tweede van twee programma’s die gewijd zijn aan capriccio’s in de twintigste eeuw. Een capriccio is een muziekstuk met een grillige (letterlijk ‘bokkige’) vorm en onverwachte wendingen. Thema’s worden vaak niet uitgewerkt, maar worden gevolgd door nieuw materiaal. De term werd in de Renaissance vaak gebruik voor wereldlijke madrigalen. In de achttiende en negentiende eeuw gebruikten componisten de term voor bijvoorbeeld virtuoze vioolcomposities (denk aan Locatelli en Paganini) of voor potpourri-achtige orkeststukken. Het Capriccio Italien van Tsjaikovski en het Capriccio Español van Rimski-Korsakov zijn hier de bekendste voorbeelden van. Ook in de twintigste eeuw bleef het genre populair. In dit uur klinken capriccio’s van Ernö von Dohnányi, Czeslaw Marek, György Ligeti, Igor Stravinsky en Jan Novák.
- Ernö von Dohnányi: Capriccio in f, Op. 28 nr. 6.
Stephen Hough, piano - Czeslaw Marek: Capriccio, Op. 15.
Philarmonia Orchestra olv. Gary Brain - György Ligeti: Capriccio No. 1 & 2. Adaptations for Barrel Organ.
Pierre Charial, draaiorgel - Igor Stravinsky: Capriccio.
Emanuel Ax, piano; Koninklijk Concertgebouworkest olv. Mariss Jansons - Jan Novák: Capriccio for Cello and Small Orchestra.
Jirí Bárta, cello; Prague Philharmonia olv. Jakub Hrusa