Componisten/uitvoerenden: Antoine de Févin | Claudin Patoulet | Jacobus Clemens non Papa | Johannes Lupi | Josquin (des Prez) | Pierre de Manchicourt
Muziek uit de Leidse Koorboeken voor religieus gebruik. Er zijn er zes bewaard gebleven in Leiden, gemaakt rond 1550 met 328 composities van verschillende componisten. Een kijkje in de praktijk van het zingen in de renaissance in de Nederlanden.
Eeuwenlang werd er in de kerken gregoriaans gezongen, maar voor speciale gelegenheden was er meerstemmige muziek die werd opgetekend in speciale koorboeken.
De volgorde van de composities in de Leidsche Koorboeken wordt niet bepaald door het Kerkelijk jaar, maar door het genre en door het stemmenaantal. Zo beginnen twee van de boeken elk met een dertig tal motetten voor heel verschillende kerkelijke feestdagen, achtereenvolgens vier-, vijf- en zesstemmig. Kennelijk was dat in de praktijk de handigste indeling en mogelijk betekent het dat de repertoirekeuze mede afhing van het aantal beschikbare zangers.
1. Pierre de Manchicourt. Reges Terrae.
2. Thomas Crequillon. Nigra sum, sed formosa.
3. Claudin Patoulet. Te Deum.
4. Jacob Clemens non Papa. Venit vox de coelo.
5. Antoine de Févin. Benedictus dominus.
6. Johannes Lupi. Stirps Jesse.
7. Josquin des Prez. O virgo prudentissima.
Ensemble Patoulet olv Erik van Nevel.
EPEP 001.