In 1996 gingen we ver terug in de tijd. Naar het middeleeuwse Andalusië en zijn muziek, die tot op de dag van vandaag mondeling is doorgegeven.
In de achtste eeuw veroverden de Arabieren het Iberisch schiereiland. Aanvankelijk was het maar een onbelangrijke bufferzone van het kalifaat, maar nadat kalief Abdoelrahman naar Cordoba vluchtte, bloeide het land op. Ver weg van Baghdad en Caïro ontstond hier een heel eigen variant op de Arabische cultuur.
Niet in de laatste plaats bloeide de muziek hier op. De Andalusische muziek had internationale uitstraling. Wist u dat driekwart van ons orkestinstrumentarium van Arabische origine is? En u mag raden via welk Arabisch land dat gegaan is.
Niettemin mocht dit niet eeuwig duren. De christenen veroverden het land beetje bij beetje terug, en in 1492 viel het laatste bolwerk: het koninkrijk Granada. De Moren hadden één keuze: aanpassen of oprotten. Zij die voor het laatste kozen, vluchtten vaak naar Noord-Afrika. Daar hadden ze een intense invloed op de plaatselijke cultuur. Zo bleef de Andalusische cultuur voortleven in Marokko, Algerije en Tunesië.
In deze uitzending horen we twee concerten uit eind 2002, opgenomen in het Tropentheater. Allebei zijn ze gewijd aan de traditionele muziek van de Andalusische Arabieren.