Het Zuid-Nederlands Jazzfestival zocht het avontuur op. Maar in 1996 maakten ze het wel heel bont…
In Eindhoven had je jarenlang het Zuid-Nederlands Jazzfestival. Het tweede festival van Nederland, op ruime achterstand van North Sea Jazz. Wat betreft het aantal concerten en bezoekers kon dit festival zich niet meten met de Haagse, later Rotterdamse broer. Daarom gingen ze zich profileren. Moderne jazz, vaak uitgesproken experimenteel, voerde de boventoon. Muziek voor nieuwsgierige geesten en spitse oren.
In 1996 gingen ze nog een stapje verder. Op het programma stond veel muziek die je eigenlijk nauwelijks nog jazz mag noemen. Veeleer kwamen de musici uit de folk- of de pophoek. Niet voor niets sprak de organisatie dat jaar van “Zuid-Nederlands Festival”, zonder jazz. Maar de geest van de jazz – die zat er volop in. Altijd willen ontsporen, altijd experimenteren, altijd gretig invloeden van buitenaf opnemen, altijd grenzen verleggen – kortom, alles wat de jazz altijd al doet en de folk normaal gesproken niet. Tang Xu doet de gekste dingen met de suona, een hoge Chinese hobo, en Eugene Chadbourne gaat op zijn banjo tekeer als een dorpsmuzikant met een pilletje op. Niets voor puristen allemaal, wel iets voor avontuurlijk ingestelde luisteraars uit alle hoeken van de muziekwereld!
Afspeellijst
1. Ikue Mori op drumcomputer, m.m.v. Tenko
2. Tang Xu op suona en sheng, Michiel Scheen op piano
3. De Lage Samenzwering: Michael Lowerstern en Henk Bakker op basklarinet, en Peter van Bergen op contrabasklarinet
4. Tang Xu op sheng, bamboefluit en dwarsfluit, Lin Su op pipa
5. Eugene Chadbourne op banjo en gitaar, m.m.v. Paul Termos op altsax