Niets mooiers dan ongehoorde muziek ontdekken.
Tegenwoordig is YouTube ook een van de aangewezen kanalen om muzikale nieuwigheden op te duikelen. Eén van die pareltjes is het album Through The Looking Glass uit 1983 van de Japanse slagwerkster en componiste Midori Takada. Een poëtische minimalistische suite die duizenden clicks opleverde op het videokanaal. Sindsdien is Takada’s klassieker heruitgegeven, en scoort het hoog bij de vinyljagers, ook vanwege de fraaie, impressionistische hoes. De 68-jarige Midori Takada is zelfs weer gaan toeren. Zo stond ze al op festivals als het World Minimal Music Festival en Le Guess Who?
Net voor het sluiten van het jaar wist het festival Musical Utopias van het Nederlandse ensemble Klang Midori Takada te strikken voor een exclusief optreden. Takada opende de tweede editie van Musical Utopias met een indringende soloperformance.
Sinds vorig jaar is Musical Utopias hét visitekaartje van het heerlijk eigenwijze, Haagse ensemble Klang. Met de bijzondere bezetting van gitaren, saxofoons en slagwerk sluit Klang zich aan bij de traditie van Nederlandse ensembles als Hoketus en Loos. Improvisatie, minimal en avant-garde gaan moeiteloos in elkaar over.
Mooi dat Klang een pionier als Midori Takada ruim baan geeft tijdens hun festival. Ze bracht haar rituele klankperformance The 13th Bell in wereldpremière. Naast haar gebruikelijke instrumentarium van marimba, kleine slagwerkinstrumenten en piano, had Takada een fraaie installatie van dertien grote en kleine klokken gecreëerd. De klokken bestreken het hele speelveld en hingen met lange touwen vanaf het plafond.
Takada betrad het speelvlak terwijl ze zacht zoemende boventonen produceerde op een handbel. Vervolgens kroop ze achter de piano voor een stil, repetitief stuk dat associaties opriep met de naïeve eenvoud van Erik Satie en Meredith Monk. Het was de poëtische inleiding voor een wonderlijk klankritueel, waarin Takada beurtelings Japanse en Engelse teksten uitsprak en die lardeerde met muzikale improvisaties.
Waren haar eerdere concerten (zoals op Le Guess Who? 2018) vooral een pastiche van composities en improvisaties, nu had haar performance een krachtigere rituele samenhang. Stilte, melodie en bezwerende danspasjes maakten allemaal deel uit van een groter geheel.
Zo bewoog ze als een panter tussen de dertien hangende klokken, waarbij iedere klok vol concentratie werd aangeslagen. De klokken werden subtiel aangelicht zodra Takada het klokijzer beroerde met het slagwerkstokje. Onderwijl sprak ze zen-achtige teksten als ‘Form is Emptiness, Emptiness is Form’ uit. In mindere handen zou zo’n performance al gauw pretentieus uitvallen, maar Takada doet het met zoveel innerlijke overtuigingskracht dat je toch gefascineerd blijft kijken en vooral luisteren. Dan is er zelfs even plek voor een maf popliedje achter de piano, waarbij ze haar stem lichtjes vervormd met elektronica.
Achter de marimba is slagwerkvirtuoos Takada het meest in haar element. Haar instrumentale, minimalistische marimbaperformance smaakte zonder meer naar meer.
Aan het eind maakt ze nog een laatste rondje tussen de klokken, totdat ze stil blijft staan bij de grootste klok, de dertiende klok. Bij iedere tik op de klok springen lichten aan en uit, tot er alleen maar duisternis overblijft. Na afloop is Takada zichtbaar in haar nopjes met de ontvangst van haar werk. Het publiek was ook bewonderenswaardig muisstil gedurende de ruim zeventig minuten (!) durende performance.
Daarna was het de beurt aan Ensemble Klang, die een gloednieuw werk van de Servisch/Nederlandse componist Ivan Vukosavljevic uitvoerde. Een 33-jarige componist die voor zijn werk instrumentale klanken of muzikale technieken tot in de diepste kern onderzoekt. Het resultaat zijn krachtige, uitgebeende composities die een nieuwe draai geven aan de minimalistische stijl van de Haagse school van Louis Andriessen. Trage statische klanken (drones) en industriële noise spelen vaak een hoofdrol in Vukosavljevics werk.
Klang voerde eerder het explosieve werk The Atlas Slave van Ivan Vukosavljevic uit, maar het nieuwe, drie kwartier durende The Burning kan gerust als een meesterlijk vervolg bestempeld worden. Een verschroeiend werk voor vijf tabletop gitaren, gitaar, vibrafoon en toetsen. Bij aanvang van het werk bespelen vijf gitaristen een set van vijf op een standaard, liggende gitaren. Met behulp van magnetische e-bows die traag over de snaren worden geschoven ontstaat er een onheilspellende, majestueuze drone. Hier en daar denk je even aan de ambient-gitaarwerken van Brian Eno en Robert Fripp. Boventonen brullen door de zaal en schreeuwen om aandacht. Deze omineuze klank wordt verderop vergezeld van verontrustende klanken op het keyboard, de vibrafoon en gitaar. Schrille, snerpende sopraansaxofoonklanken tillen het stuk halverwege naar een nieuwe dimensie. De bulderende gitaardrone bloeit helemaal open. The Burning begint als een smeulend vuurtje maar ontwikkelt zich naar het einde toe gestaag in een helse bosbrand. Zeker als de saxofonisten lekker losgaan op de bassaxofoon en baritonsaxofoon, en knetterende noten door het klankweefsel heen blazen. Ivan Vukosavljevic heeft zomaar een ware meesterproef met zijn stuk afgeleverd.
Geschreven door programmamaker Mark van de Voort.
Luister naar werk van Takada: X-Ray van zondag 18 november 2018.
Luister naar werken van Vukosavljevic: in diverse Gaudeamus Concertzender Live programma’s.