Componisten/uitvoerenden: Jan van Landeghem | Michiel Mensingh | Theo Loevendie
Opnametechniek: Arjan van Asselt
Kamermuziek van dit moment – althans, van het moment van dit concert. Met kleine maar ook heel grote namen.
Sinds het overlijden van Louis Andriessen is Theo Loevendie (*1930) de grootste levende componist uit Nederland. Dat zou althans best eens kunnen. Er waren mensen die dat al vonden toen Andriessen nog leefde. Anders kun je toch moeilijk verklaren waarom zijn muziek, aanstekelijk en toegankelijk op een gunstige manier, steeds weer opduikt op programma’s. Hier duikt Loevendie niet alleen op als componist, maar ook als uitvoerende: zijn Bons klinkt twee keer en de tweede keer hanteert hij de sopraansax.
‘Toegankelijk’ en ‘aanstekelijk’ zijn niet de woorden die je te binnen schieten bij Elliott Carter (1908-2012). Het grootste deel van zijn lange leven schreef deze Amerikaan radicaal moderne muziek die ons doet denken aan de Europese avant-garde. Tot aan zijn dood bleef hij een productief componist. Zijn Sonate voor fluit, hobo, cello en klavecimbel die we hier horen stamt al uit 1952. Niettemin is hij al aangekomen bij de stijl waar hij zeventig jaar aan zou vasthouden: atonaal en bijwijlen ontzettend complex. Het vraagt al veel van de musici om de noten te spelen, maar om er ook nog muziek van te maken is helemaal een opgave. Het viertal slaagt er met vlag en wimpel in.
Deze en andere muziek horen we op deze dag uit de Week van de Hedendaagse Kamermuziek. Er is nog veel meer waarmee de luisteraar kennis kan maken, maar als eerste confrontatie geeft dit al een heel aardig beeld.