Componisten/uitvoerenden: Cheng Huihui | Lan-chee Lam | Liu Kun | Su Xiao | Xu Shuya
Opnametechniek: Kees Bijl
Klassieke muziek is geen specifiek westers fenomeen. Ook de Chinezen hebben bijvoorbeeld hun klassieke muziektraditie. Maar wat doe je daar tegenwoordig nog mee?
Moet ik me in de rijke, maar wel erg behoudende traditie van mijn eigen land storten, of moet ik maar gewoon meegaan met de westerse avant-gardemuziek? Deze vraag is voor veel niet-westerse componisten relevant – niet alleen in China, maar ook in bijvoorbeeld Japan, India en Indonesië.
Hier horen we twee mogelijke oplossingen van dit probleem. Vier Chinese musici en een westers ensemble treden aan. Eerst horen we traditionele muziek op respectievelijk de pipa (luit), erhu (vedel), zheng (hakkebord) en sheng (harmonica). Deze stukjes klinken vertrouwd en zeer oosters. Daarna wordt het een ander verhaal. De vier Chinese instrumenten gaan samen spelen met het Nieuw Ensemble. We horen maar liefst vijf werken van even zoveel Chinese componisten die de moeite namen om voor deze ongewone combinatie te schrijven. Vaak hebben de werken een concertant karakter. Altijd is er de hoorbare wens om de twee tradities ook echt te vermengen, en niet alleen maar de muziek van de een om de instrumenten van de ander te spelen.