Een gemengd stel, gemengde muziek. Dat is logisch. Maar verder – verder is het moeilijk om hier een labeltje aan te hangen.
Het verhaal van de Senegalees Maher Cissoko is het verhaal van veel wereldmusici: hij komt uit een familie waarin muziek van vader op zoon als ambacht werd doorgegeven. In zijn geval was dat de traditie van de griots: de praatzingende musici die hele verhalen vertelden. Het verhaal van de Zweedse Sousou is net even anders. Zij kwam ook uit een muzikale familie, maar koos de kora, een West-Afrikaans snaarinstrument. Om zich verder in dit instrument te verdiepen ging ze naar Senegal – en de rest kunnen we wel raden.
Sinds 2008 treden de twee samen op. Ze maken ontegenzeggelijk griot-muziek: de teksten zijn overwegend in het Wolof, de kora domineert en het idioom blijft onveranderd. Het paar volgt echter niet alleen de traditie. Sousou nam de gitaar mee uit haar vaderland en in veel songs zijn invloeden van de Zweedse folk te horen. Bovendien is ze een van de weinige vrouwen die zich aan de kora waagt. De traditie wil eigenlijk dat alleen mannen het instrument bespelen, maar toen de Afrikanen haar hoorden, waren ze meteen overtuigd.