Genre: Barok
Componisten/uitvoerenden: Domenico Scarlatti | Francesco Barsanti | François Couperin | Jean Jacques Hotteterre | Jean-Marie Leclair | Michel de la Barre | Pietro Locatelli
Opnametechniek: Bert Kraaypoel
De dwarsfluit is misschien wel het meest Franse instrument dat er is. Hier krijgen we een tipje van de sluier opgelicht.
Fluiten zijn al bijna zo oud als de mensheid zelf. In haast elke cultuur komen ze voor en in Neanderthalergraven zijn tienduizenden jaren oude botten met gaatjes gevonden. De traverso, de barokke dwarsfluit, kwam in Frankrijk in de mode als instrument voor de adel en de gegoede burgerij. Rijke mannelijke amateurs speelden de fluit, terwijl hun vrouwen de harp hanteerden. Het repertoire is eindeloos.
Professionals wilden natuurlijk een stapje verder. Zij wilden laten zijn dat de fluit, ook al kan hij maar één toon tegelijk voortbrengen, toch een volwaardig solo-instrument was. Zo ontstonden de eerste stukken voor fluit solo. Ook kwamen er veel stukken voor fluit en basso continuo (een baspartij op één lijn, die meestal door het klavecimbel met een basinstrument werd uitgevoerd). De populariteit van de fluit straalde uit naar de rest van Europa – zelfs naar Italië, waar men van Franse muziek toch geen hoge pet op had.
Verschillende sonates en suites voor fluit, begeleid en onbegeleid, klinken in dit concert. De begeleider aan het klavecimbel is niemand minder dan Ton Koopman. Die eist natuurlijk ook zijn aandacht op. Daarom mag hij solo schitteren in Couperin en Scarlatti.