Genres: Classicisme | Romantiek
Componisten/uitvoerenden: Edward Elgar | Franz Liszt | Joseph Haydn
Het pas opgerichte Nederlands Philharmonisch moest in 1986 nog naam maken. Dat deed het met een stel grote publiekstrekkers.
Het jaar daarvoor waren het Amsterdams Philharmonisch Orkest en het Utrechts Symfonieorkest samengegaan tot het Nederlands Philharmonisch. In tijden fusie verandert je naam, je imago, je aanzien, en dan bied je het publiek graag een beetje houvast. Met drie onverwoestbare klassiekers uit een tijdsspanne van 150 jaar.
We beginnen met de 103e symfonie van Haydn – zijn eennalaatste en misschien wel zijn beste. Het begint al meteen met een mega-verrassingseffect: de pauken openen in hun eentje het werk, en daarna is het de beurt aan de contrasbas en de fagot. De duistere inleiding blijkt de opmaat naar een weergaloos eerste deel, waarin alles wat Haydn geniaal maakt samenkomt. En dan hebben we de andere drie delen nog niet gehad…
Haydn is geweldig omdat hij weet te bloeien binnen de strenge vorm. Liszt is juist weer briljant omdat hij de vorm constant ter discussie stelt. Traditie is mooi, maar je moet erop voortborduren. In elk stuk vindt hij zichzelf opnieuw uit. Zo ook in zijn twee pianoconcerten, waarvan hier het eerste klinkt. Liszt deed er niet minder dan 26 jaar over om het werk te voltooien; steeds liet hij het liggen en keerde hij er weer terug. Toen het in 1849 klaarkwam, vonden velen het veel te modern. Tegenwoordig zijn we er gek op. Na het overbekende onheilspellende begin valt de piano in. De pianist doet meer dan spelen. Als de hoofdpersoon in een sage vecht hij zich door een heroïsch verhaal naar een happy end.
Terwijl Liszt voor zijn tijdgenoten te modern was, kreeg Elgar nog weleens het tegenovergestelde te horen. Zijn muziek was bepaald niet baanbrekend en sluit aan op de burgerlijke smaak van het Edwardiaanse Engeland. Maar anders dan andere Engelse componisten had hij wel een eigen stem. De Enigma-variaties, een reeks karaktervariaties opgedragen aan diversen van zijn vrienden, hebben behoorlijke eeuwigheidswaarde. Vooral “Nimrod”, gewijd aan August Jaeger (begrijpt u?), werd beroemd. De climax die Elgar in de korte tijd dat de variatie duurt weet te bereiken is fenomenaal.