Ooit gehoord van Michail Gnesin? Geen nood, wij eerst ook niet. Maar zijn bijnaam ‘de joodse Glinka’ strekt zeker tot aanbeveling.
Joodse muziek – wat is dat nou? Er zijn zoveel joden die muziek hebben gecomponeerd, en één stijl valt er niet in te ontdekken. De supermoderne Schönberg was joods, de zeer ouderwetse Bloch ook. En toch blijft het concept ons fascineren. Door hun oververtegenwoordiging in de muziek en door de rampspoed waarmee ze door de eeuwen heen te maken kregen kunnen zowel joden als niet-joden bijna niet anders dan joodse muziek als een hokje te zien, een hokje waar je concerten aan wijdt en dat je speciale belangstelling kan hebben.
Michail Gnesin werd in 1883 geboren in Rostov aan de Don, als zoon van een rabbijn en kleinzoon van een feestzanger in de joodse gemeenschap. Na een technische schoolopleiding ging hij in 1901 alsnog naar het conservatorium, wat meteen een schot in de roos bleek. Als student componeerde hij de sterren van de hemel, maar ook de revolutie liet hem niet onberoerd. Toen het in 1917 eenmaal zo ver was, leefde hij helemaal op. Het ene na het andere ambitieuze werk leverde hij af, waaronder meerdere opera’s. Soms, maar lang niet altijd, met een joods thema.
Helaas, toen kwam Stalin aan de macht. Opeens had het regime het niet meer op joden begrepen. Ook niet op moderne muziek trouwens. Hoewel Gnesin nog lang niet zo knalmodern was als Prokofjev of (de vroege) Sjostakovitsj, kwam hij toch in de verdachtkamer te zitten. Toen hij in 1957 overleed, was men hem wel zo’n beetje vergeten.
In dit concert horen we diverse werken van Gnesin. Niet zijn grote opera’s of orkestwerken, waarom hij nog het beroemdste is, maar liederen en kamermuziek. Vaak is joodse muziek de inspiratie, maar ook de Russische geschiedenis kan de stof bieden.