Genre: Neoclassicisme
Componisten/uitvoerenden: Anton Webern | Arnold Schoenberg | Claude Debussy | Ernest Chausson | Francis Poulenc | Hendrik Andriessen | Louis Andriessen
Opnametechniek: Kees Bijl
‘Amsterdam Bridge Ensemble’, is dat een Amsterdams Bruggenensemble of gaat het om het kaartspel? Gelukkig laat het doel van dit concert minder te wensen over.
Hendrik Andriessen (1892-1981) was niet alleen de vader van Louis Andriessen, hij was ook zelf jarenlang één van de grote jongens in de Nederlandse muziek. Vooral in de jaren dertig kon niemand in Nederland om hem heen. Zijn neoklassieke stijl, waarin klassieke of nog oudere vormen worden gekruid met moderne dissonanten en in een uiterst sober kader komen te hangen, is uit de tijd, en de internationale roem van zijn zoon heeft hem compleet overschaduwd.
Dat mag geen reden zijn om hem te vergeten, zo moeten de musici van het Bridge Ensemble hebben gedacht. We horen hier twee werken uit de late jaren dertig, de tijd dat Andriessen op het hoogtepunt van zijn roem stond. Formeel komt de inspiratie van de klassieken (Pianotrio), of van Bach (Inventionen). Voor het muzikale idioom moeten we eerder in Frankrijk zijn: Poulenc, Milhaud of nog wat eerder: Debussy.
Andriessen wordt hier geflankeerd door twee heel andere componisten. Aan de linkerkant door Anton Webern. Zijn atonale muziek in de trant van Schönberg (deze werkjes stammen uit de tijd vóórdat Webern het twaalftoonsstelsel overnam) is vast niet wat Andriessen sr. zich bij goede muziek voorstelde. Toch hebben de beide heren wel iets gemeen. Allebei zijn ze meester van de bescheiden vorm, geen van beiden gaan ze voor groots en meeslepend. Aan de rechterkant horen we de muziek van Ernest Chausson. Deze romanticus heeft evenmin veel met Andriessen gemeen, maar ook hij blinkt uit in muziek die zichzelf niet overschreeuwt. Zo bevat dit concert drie verschillende stijlen, maar één en dezelfde sfeer.
Opmerking
De stukken van Webern worden om en om gespeeld: niet eerst de vier vioolstukken en dan de drie cellostukken, maar de drie cellostukken tussen de vioolstukjes door.