Leuk die gamelanmuziek, maar het is wel een erg conservatieve wereld. Alles moet maar altijd hetzelfde blijven. Of niet?
Conservatisme is een eigenschap van veel klassieke muziek, zowel westerse als oosterse. Als er een eenmaal een hoog niveau is bereikt, staan de regels vast. Nieuwe generaties hebben zich daar maar aan te houden – en doen dat vaak ook braaf, vol van ontzag als ze zijn voor hun grote voorbeelden. Invloed van buiten is al helemaal uit den boze. Het zou de gewijde sfeer rond deze eerbiedwaardige muziek maar breken.
Het Balinese gamelanensemble Irama Legong denkt daar duidelijk anders over. Enerzijds laten ze horen de traditie uitstekend in de vingers te hebben. In verschillende traditionele stukken horen we de Balinese variant van deze muziek, die iets sneller en dynamischer klinkt dan zijn Javaanse tegenhanger. Maar tussendoor … tussendoor horen we heel wat anders. Componist, of liever geluidskunstenaar Daniel Cross componeerde diverse korte elektronische tracks. Tikjes, kraakjes, piepjes die klinken als natuurgeluiden maar het niet zijn. Gevulde stilte tussendoor, waardoor de beschaafde klank van de gamelan ineens heel luid klinkt. Bali dan dunia barat, Bali in de westerse wereld. Het is alsof de ‘soundscapes’ staan voor de ruis die je ervaart als je in een andere cultuur verkeert. Of de ruis die wij ervaren als we een vreemde muzieksoort tot ons nemen. Dat laten de musici van Irama Legong aan ons over.