Componisten/uitvoerenden: Béla Bartók | Franz Liszt | Fritz Kreisler | Johannes Brahms | Zoltan Kodály
Opnametechniek: Wijnand de Groot
De Holland Music Session, een terugkerend concours voor jong talent, was in 1990 gewijd aan de Hongaren Bartók en Kodaly.
Bartók enodaly werden beroemd doordat ze vanaf 1908 door de Balkan trokken om daar de vrijwel onbekende volksmuziek op te tekenen – en doordat ze hun muziek, tot dan toe verankerd in de romantiek, op deze volksmuziek baseerden. De volstrekt vreemde aard van deze volksliedjes en -dansen – andere maatsoorten, andere intervallen, andere tekstplaatsing – maakte hun muziek als vanzelf anders dan anders.
In dit concert horen we de Roemeense volksdansen van Bartók (in een arrangement voor cello en piano), alsook zijn Duo’s voor twee violen – allebei klassiekers in zijn werk, en twee stukken waarin de volksmuziek het duidelijkste te horen is. We horen ook een cellosonatine van Kodaly (die de cello ruim bedacht heeft) en een jeugdwerk van Bartók. In zijn Vioolsonate uit 1903 – ten tijde van dit concert pas ontdekt! – wist de componist nog niet van de schat aan volksmuziek die de Hongaarse boeren hadden. Dit werk toont de invloed van Brahms, maar ook van de Hongaarse zigeunermuziek – alsof Bartók de overleden kemphanen Brahms en Liszt in zijn eigen persoon wil verzoenen.
Glucks Melodie, in het bekende arrangement van Fritz Kreisler, doet aan als een toegift. Zo is het waarschijnlijk ook bedoeld: als verzetting van de zinnen na een concert vol vurige Balkanklanken.