Genre: Barok
Componisten/uitvoerenden: Arcangelo Corelli | Francesco Antonio Bonporti | Jean-Marie Leclair
Opnametechniek: Steven Staples-Kampmeijer
Hoe een rage zich vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland verspreidde.
Er zat wat in het water in Rome, eind zeventiende eeuw. Of in het bloed. Natuurlijk was Italië al eeuwen het Mekka van alles wat met kunst te maken had. Pronkvolle kerken en stadhuizen, weelderige beeldhouwwerken, wanden vol schilderijen en hartverscheurend mooie muziek – de Italianen leefden ermee als met eten en drinken.
Maar in Rome kwam er ineens een nieuw soort muziek op. Arcangelo Corelli, violist en componist, schreef zulke geniale sonates dat ze meer dan ooit op zichzelf konden staan. De schitterende melodieën en originele akkoordprogressies grepen al gauw heel Italië bij de strot. Iedereen kwam naar Rome – waar door het kerkelijk gezag geen opera’s mochten klinken – om Corelli en zijn instrumentale muziek te horen.
Navolging liet niet lang op zich wachten. Rond 1700 was er amper een Italiaans componist die geen sonates en concerten in de stijl van Corelli schreef. Ook buiten de Laars was de rage hevig aan het toeslaan. Zelfs in Frankrijk, waar toch echt wel aan de eigen stijl gehecht werd, drong de Romeinse rage door.
Bij Jean-Marie Leclair kwam een synthese tussen Franse en Italiaanse muziek tot stand. Over het algemeen overheerste daarbij het Italiaanse element wel. Leclair geeft zelfs Italiaanse aanwijzingen in zijn partituren! Als representant van de Italiaanse stijl – of gewoon als groot violist – werd hij in 1738 naar het Stadhouderlijk Hof gehaald. Niet naar Den Haag, want Holland zat toen in zijn Tweede Stadhouderloze Tijdperk. Nee, Leclair kwam naar Leeuwarden om het culturele leven een impuls te geven! Zo hebben de noten die we hier in Utrecht horen ook nog een Nederlandse connectie.