Componisten/uitvoerenden: Béla Bartók | Igor Stravinsky | Ralph Vaughan Williams | Srul Irving Glick | Zoltan Kodály
Opnametechniek: Sabrina ter Horst
Muziek uit de vroege twintigste eeuw. Verschillen zijn er. Overeenkomsten ook?
Het Da Camera Ensemble treedt aan in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Alle muziek die ze meebrengen stamt uit het Interbellum of van vlak daarvoor, en alle muziek vraagt om hulptroepen van viool, cello, klarinet en/of piano.
Wat de stijl betreft loopt de muziek nogal uiteen. Het zakelijke neoclassicisme van Stravinski lijkt niet op de verlate romantiek van Vaughan Williams of op de Hongaarse volksmuziek van Kodály en Bartók. Echter: schijn bedriegt. Bartók en Stravinski kwamen langs heel verschillende wegen tot hun stijl, maar de ritmische energie die ze in hun muziek leggen maakt ze tot bloedbroeders.
Bartók en Kodály zouden dan weer prima kunnen lezen en schrijven met Vaughan Williams – alle drie gebruiken ze de volksmuziek van hun eigen land in hun muziek. Natuurlijk is die muziek heel verschillend, maar Engelse volksmuziek is dan ook heel anders dan Hongaarse.
Weer wat anders is de volksmuziek van de Asjkenazische joden, die we kennen als klezmer. Deze muziek ligt aan de basis van het werk van Srul Irving Glick. Deze Canadees, leerling van onder meer Darius Milhaud, is in eigen land heel populair maar in Europa vrijwel onbekend. Daar moest maar eens verandering in komen.