Genre: Classicisme
Componisten/uitvoerenden: Giovanni Punto | Jan Václav Stich | Wolfgang Amadeus Mozart
Opnametechniek: Frans de Wolff
Zo rond het midden van de achttiende eeuw waren blazers tot de marge veroordeeld. Alleen strijkers deden ertoe. Maar al spoedig veranderde dat.
‘Aus Böhmen kommt die Musik’, zo luidt een bekende Oostenrijkse schlager. Eind achttiende eeuw kwam de muziek eerder uit Oostenrijk, maar ook dan al komen we opvallend veel Boheemse componisten tegen. Vaak vertalen ze hun Tsjechische naam naar het Duits of Italiaans, zodat hun afkomst niet meteen duidelijk is, maar de mensen uit die tijd miskenden de Bohemers niet.
Boheemse componisten liepen voorop in een nieuwe trend: werken voor blazers. De Habsburgse provincie was rijkelijk bedeeld met harmoniemuziek, concerten voor blaasinstrumenten en kamermuziekstukken waarin een blazer het opneemt tegen meerdere strijkers. Het Hoornkwartet opus 18/1 van Jan Václac Stich is een puik voorbeeld. Stich, die in Wenen door het leven ging als Giovanni Punto, was een eersteklas hoornist en voerde deze muziek zelf uit. Door het gebruik van ‘stoptonen’, waarmee de toon van de hoorn met een halve toon wordt gedrukt, kon hij veel meer tonen spelen dan alleen de natuurtonen. Al spoedig namen andere hoornisten dat over.
Een componist die zeer dankbaar van die nieuwe mogelijkheid gebruikmaakte was Mozart. Hij hield van de hoorn, maar hij was pas echt fan van de klarinet. Dat resulteerde in het Klarinetconcert KV 622, dat Mozart kort voor zijn dood schreef, en in het Klarinetkwintet KV 581 een paar jaar eerder. In al zijn bescheidenheid is het een magistraal werk, waarin de klarinet niet meer, als in een concert, tegenover de strijkers staat, maar er als een gelijkwaardige partner in opgaat, helemaal naar haar eigen unieke klank en mogelijkheden.