Genres: Classicisme | Romantiek | Strijkkwartet
Componisten/uitvoerenden: Antonín Dvorák | Benjamin Britten | Ludwig van Beethoven | Wolfgang Amadeus Mozart
Opnametechniek: Kees Bijl
Zouden componisten naarmate ze ouder worden betere strijkkwartetten schrijven?
Het zou kunnen. Haydn en Beethoven hadden, zeker in hun late jaren, de lat extreem hoog gelegd. Veel componisten waagden zich pas laat aan het genre, want hoe moest je die giganten nog overtreffen? Britten bijvoorbeeld, schreef zijn drie kwartetten aan het einde van zijn leven. Het derde, zijn laatste werk tout court, spreekt eigenlijk voor zich: een componist die wereldwijs en somber terugkijkt op zijn leven en schepping. Hij was een halfgod in eigen land, maar deed zijn conservatieve muziek er nog wel toe?
Dvořák componeerde zijn hele actieve leven kwartetten, maar het zijn toch echt wel zijn laatste kwartetten die het vaakst worden uitgevoerd. Nummer 14 is zijn allerlaatste, geschreven rond de tijd dat de componist uit New York terugkeerde naar zijn geliefde Bohemen.
O ja, en er is ook een Mozartkwartet bij. Wat Mozart betreft mogen we alle clichés over rijpheid en het strijkkwartet vergeten. Als twintiger schreef hij al geweldige kwartetten. Bij het Negentiende Strijkkwartet in C mogen trouwens ook de clichés over de “vrolijke, heldere Mozart” overboord. De beroemde inleiding, die dit strijkkwartet de bijnaam “Dissonantenkwartet” gaf, klinkt extreem visionair en duister. Pas als de inleiding voorbij is, krijg je in de gaten dat je toch echt naar achttiende-eeuwse muziek luistert. De lucht klaart op: zo kennen we Mozart weer. Het Dissonantenkwartet is deel van een cyclus van zes aan Haydn opgedragen concerten. Zelden was de oude meester zo onder de indruk van andermans composities.