Genre: Strijkkwartet
Componisten/uitvoerenden: Ali Authman | Anton Webern | Arnold Schoenberg | Johannes Brahms
Opnametechniek: Cees Sterrenburg, Diederik Geijtenbeek
Het strijkkwartet blijft het in alle stijlen en tijden goed doen. En wat nou als je er een strijksextet van maakt?
Drie van de vier werken die hier op het programma staat, kunt u kennen als u iets met kamermuziek hebt. Het Strijksextet nr. 1 van Brahms is een van de vele kamermuziekwerken voor bijzonderen bezettingen die de man in zijn jonge jaren schreef. Zijn voorgangers, vooral Beethoven, hadden hem het gras voor de voeten al weggemaaid als het ging om symfonieën, strijkkwartetten en vioolsonates. Daarom nam hij zijn toevlucht tot bezettingen die minder vaak voorkwamen. Bij een strijksextet zijn er naast twee violen ook twee altviolen en twee celli. De volle klank doet meteen vertrouwd Brahmsiaans aan.
Schönberg en Webern kennen we als grote vernieuwers, als leden van de Tweede Weense School die de wereld de atonale muziek brachten. Maar zij begonnen als zeer romantische romantici. Van Schönberg is dat algemeen bekend: zijn Verklärte Nacht is een van zijn beroemdste en meest gespeelde werken. We horen het vaak met een strijkorkest, maar oorspronkelijk is het voor sextet geschreven – voor hetzelfde sextet dat ook Brahms gebruikte. En dat is niet de enige overeenkomst die we horen. Ook Weberns Langsamer Satz voor strijkkwartet is een kind van zijn tijd: romantisch en nog duidelijk tonaal.
Ali Authman (1973) grijpt voor zijn Galènè ook terug naar het strijkkwartet. Galènè is een van de Nereïden, een groep van tientallen kleine zeegodinnen die de Grieken vereerden. Letterlijk betekent haar naam: ‘kalme zee’. Logisch dus dat er van dit kwartet geen al te grote dreiging of zware deining uitgaat. Maar eeuwig passief is Galènè toch ook niet.