Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel. Peggy Lee forever, slot van een tweeluik.
Hoewel ze een ‘kleine’ stem had, wist Peggy Lee daar magistrale dingen mee te doen. Ze bezat een rokerig, sensueel geluid, waarmee ze concertzalen de sfeer van een intieme nachtclub wist te geven.
Jazz, blues, levensliederen, humor of populair materiaal – Peggy Lee beheerste nagenoeg alle genres en is de enige zangeres die top-10-hits heeft gehad in de jaren veertig, vijftig én zestig.
In een loopbaan van zeven decennia maakte ze tientallen albums, speelde in vijf films, had vier echtgenoten, deed vele televisie-optredens en gaf wereldwijd talloze concerten – wat dat betreft was ze een van de weinigen die zich konden meten met Frank Sinatra.
Haar leven was bepaald niet altijd zonnig: mishandeld door een stiefmoeder, vroeg van huis weggelopen, in latere jaren gekweld door medische problemen, zodat ze soms tot vlak voor ze ‘op’ moest achter het doek op een bed lag, maar tot het einde is de magie intact gebleven. ‘Als je niets voelt wanneer Peggy Lee zingt,’ zei Leonard Feather, ‘betekent dit dat je reeds bent overleden.’
In deze aflevering zingt ze onder meer teder over een kapotte liefde in ‘I don’t want play in your yard’, geeft ze de man bij wie ze vertrekt nog het bezorgde advies ‘Don’t smoke in bed’ en stemt toe in een nieuwe liefde met ‘Allright, okay you win’.
Kortom, net als in deel 1 komt een wijd muzikaal spectrum aan bod.