Een oude LP-hoes versus een nieuwe cd. Antillerna.
Västindien små Antillerna (1977) Caprice CAP 2004:1-2
De hoes is gevuld met een prachtig uitgedoste danser, klaar voor een uitbundig karnaval. De titel, in het Zweeds, betekent "West-Indië: Kleine Antillen". Binnen deze dubbelLP zijn zes pagina’s liner notes met uitgebreide verslagen bij elke track, foto’s van musici, een kaart van het gebied met alle eilanden – en zelfs nog toondiagrammen van de verschillende soorten steeldrums. De liner notes zijn uiteraard ook in het Zweeds. Gelukkig is er een pamfletje bijgeleverd met de Engelse vertaling.
Wat blijkt?
Dit zijn veldopnamen van Antilliaanse muziek, gemaakt door ene Krister Malm in de jaren 1969-1971. Professor Malm – want dat is hij, van ethnomuziekologie, aan de universiteit van Gothenburg – is in november 1968 met zijn yacht Lady Day (hij is ook jazzsaxofoonspeler) de haven van San Juan, Puerto Rico uitgevaren. Hij heeft acht maanden door de Kleine Antillen gezeild, samen met vrouw en dochter, "op zoek naar muziek en folklore". Op afgelegen plekjes, alleen per boot te bereiken, ontdekte hij de mooiste muziek. In juli 1969 is hij met zijn gezin in Trinidad neergestreken, is aan wal gegaan, heeft een woning geregeld, is benoemd tot Assistant Director of the Trinidad & Tobago Government Folklore Archives en heeft vervolgens drie jaar aan deze LP gewerkt. Poeh.
(Malm heeft zich overigens niet beperkt tot Caribbische muziek. Hij is nog altijd werkzaam en zijn oevre is indrukwekkend – klik hier)
In ieder geval, deze LP is vol Caribbisch fraais. De opnamen zijn gemaakt onder "primitive conditions" met vrouw en dochter als hulptechnici. De qualiteit van de opnamen is, zoals Malm het zelf zegt, niet hetzelfde als wat je in een studio zou bereiken. Maar daar staat tegenover dat de muziek in de juiste context is opgenomen, waar het heel anders klinkt dan in een studio "where the musicians would feel quite lost".